De energieministers van de Noordzee landen zijn vandaag in Brussel bijeengekomen om hun Werkprogramma voor de uitrol van wind op zee vast te stellen als middel om klimaatneutraal te zijn in 2050.

De 10 Noordzee Energie Samenwerkingslanden – België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk – hebben tijdens de Ministeriële Meeting in juni 2019 in Esbjerg afgesproken om het doel van de samenwerking te verbreden.  Hun werkprogramma voor 2020 gaat nu dieper in op wat zij samen willen gaan doen op maritieme ruimtelijke ordening, elektriciteitsnetwerken en het ontwikkelen van hybride en gezamenlijke windparken op zee.

De 10 landen hebben afgesproken om een regelgevingskader op te stellen voor offshore windparken die een netaansluiting hebben in meer dan een land. Deze zogeheten ‘hybride’ projecten zijn de sleutel tot het samenvoegen van assets en infrastructuur en het reduceren van de kosten van wind op zee.

De landen hebben ook erkend dat de de ruimte in de Noordzee eindig is en willen samenwerken op het gebied van maritieme ruimtelijke ordening “om het maximale energie potentieel van de Noordzee te gebruiken.” De landen zullen de planning en ontwikkeling van de uitbreidingen van het net offshore (en onshore) beter coördineren om zo de verdere uitrol van wind op zee te faciliteren. Ook zullen zij “concrete plannen” ontwikkelen voor potentiële gezamenlijke grensoverschrijdende windparken op zee die “voordelen opwekken voor alle deelnemende partijen.”

Wind op zee is van het grootste belang om voor Europa om de CO2 reductie doelen te halen. De Europese Commissie heeft gezegd dat er 230-450 GW aan wind op zee nodig is on klimaatneutraal te zijn in 2050. Een nieuw rapport van WindEurope laat zien dat 450GW aan wind op zee (waarvan 60GW in de Nederlandse Noordzee) zowel haalbaar als betaalbaar is als de landen samenwerken met elkaar op het gebied van investeringen in elektriciteitsnetwerken en de juiste aanpak kiezen voor maritieme ruimtelijke ordening.